HomeKit of Google Home voor je slimme huis: dit zijn de verschillen

Als startpunt voor je slimme huis heb je meerdere keuzes. HomeKit is de meest logische optie, maar ook Google Home is nu in Nederland verkrijgbaar. iPhoned vergelijkt de twee.

HomeKit of Google Home: iPhoned vergelijkt

Sindskort is de Google Home verkrijgbaar in Nederland. Met deze slimme speaker heb je makkelijk toegang tot de Google Assistent. Hierdoor is het ook makkelijker om via Google je slimme huis te besturen. Dat kan zowel via de kleine speaker als op je iPhone via de Google Assistent-app en handmatig via de Google Home-app.

Puur als slimme speaker is de Google Home vergelijkbaar met de HomePod van Apple. Je krijgt bij Google wat meer vrijheid in diensten, maar de speakers van Google missen absoluut de geluidskwaliteit van Apples apparaat. Maar hoe zit het tussen Google Home en HomeKit als platformen voor je slimme huis?

Grotendeels vergelijkbaar

Beide systemen zijn vergelijkbaar als startpunt voor een slim huis. Grotendeels hebben ze namelijk dezelfde functies. Je gebruikt de app of de spraakassistent om opdrachten te geven voor apparaten. Denk daarbij aan iets simpels zoals het aanzetten en dimmen van de lampen. Maar ook complexere opdrachten met routines zijn mogelijk, waardoor je bijvoorbeeld enkel hoeft te zeggen dat je vertrekt en je huis de rest regelt.

Zo regelt de Woning-app alles voor je bij thuiskomst of vertrek.

Hoewel er tussen HomeKit en Google Home duidelijke verschillen zijn die we in dit artikel bespreken, werken beide systemen in de basis goed. De verschillen zijn relatief klein, maar toch is het verstandig om hier rekening mee te houden bij jejouw keuze voor apparaten of slimme speaker.

Verschillen in spraakassistenten

Heb je meerdere Apple-apparaten, dan is HomeKit al snel een logische keuze. Siri is namelijk op alle Apple-apparaten terug te vinden, wat het makkelijk maakt om opdrachten te geven. Of je nou achter je Mac zit, op de bank een iPad vasthoudt of gewoon een Apple Watch om je pols draagt.

Als de kwaliteit van stembesturing belangrijk voor je is, dan wint Google. De Google Assistent spreekt tegenwoordig ook Nederlands en is vergeleken met Siri beter in het herkennen van allerlei verschillende zinnen.

Wel heeft de Nederlandse versie van de Google Assistent via Google Home op het moment van schrijven nog wat moeite met het besturen van bepaalde apparaten. Meer daarover in de review van de Google Assistent op Google Home op onze zustersite Android Planet.

Houd je meer van een visuele interface, dan gaat HomeKit er met de prijs vandoor. Hoewel zowel HomeKit als Google Home goed werkende apps hebben waar je apparaten via icoontjes worden georganiseerd, heeft de Woning-app van Apple een makkelijker te begrijpen systeem waarin apparaten duidelijk aan of uit staan en vervolgens bestuurd kunnen worden.

Verschil in ondersteuning voor apparaten

Als het ondersteunen van zoveel mogelijk apparaten belangrijk voor je is, dan wint Google. Apple ondersteunt inmiddels iets meer dan 300 verschillende apparaten. Dat is een hele hoop en voor de meeste gebruikers ook genoeg. Halverwege dit jaar ondersteunde Google echter al 5000 apparaten voor in huis en dat aantal blijft groeien.

Apple is natuurlijk niet voor niets zo langzaam met het toevoegen van apparaten. Het bedrijf heeft namelijk strikte beveiligingseisen. Dat zorgt ervoor dat Apple alleen bewezen veilige apparaten toelaat. Haal je dus een apparaat met HomeKit-ondersteuning in huis, dan weet je als consument dat je relatief veilig zit.

Een ander belangrijk verschil tussen Google en Apple, is dat Google een databedrijf is dat zoveel mogelijk informatie wil verzamelen. Hoewel het bedrijf niet met je slimme camera mee kijkt, kan het wel informatie over je gebruik van apparaten verzamelen. Lees hier welke data Google precies verzamelt en wat daar mee wordt gedaan. Apple houdt zich daar minder mee bezig. Is veiligheid en privacy dus belangrijk voor je, dan is HomeKit de betere optie.

Combineer HomeKit en Google Home

Natuurlijk hoef je niet honderd procent voor het ene of het andere platform te gaan. Het is goed mogelijk om HomeKit voor een aantal apparaten te gebruiken en daarnaast bijvoorbeeld een Google Home Mini in een hoekje te plaatsen om andere dingen te doen. De meeste apparaten die HomeKit ondersteunen, ondersteunen ook Google Assistent. Daarom is het makkelijk om beide assistenten tegelijk te gebruiken.

Met Google Home is het bijvoorbeeld een stuk makkelijker om aanspreekpunten voor de assistent door je huis te plaatsen. De Google Home Mini kost vijftig euro, dus het is relatief goedkoop om deze speaker in elke kamer te plaatsen. Siri is natuurlijk via je iPhone of je Apple Watch te bereiken, maar dan moet wel iedereen in je huishouden Apple-producten gebruiken.

Beide platformen voor je slimme huis hebben in ieder geval een sterke basis. Daarnaast zijn de platformen nog nog relatief jong en constant in ontwikkeling. Zowel in ondersteuning van apparaten, mogelijkheden en de kwaliteit van de spraakassistenten. Een verkeerde keuze kun je dus niet maken.

Op zoek naar meer informatie over het gebruik van HomeKit? Neem dan een kijkje in ons maandthema-overzicht vol tips en meer.

Lees onze andere artikelen in het thema HomeKit